Historie Sacramentskerk

Een 100-jarige kerk, ontstaan in roerige tijden

Benoeming bouwpastoor Van der Salm

Op 4 januari 1919 werd een brief gestuurd naar kapelaan Van der Salm, die in Haarlem werkte.

"Weleerwaarde Heer,

Aangezien het ons nuttig en gewenscht is voorgekomen een nieuwe en zelfstandige Parochie te stichten in de stad Delft, buiten de Oostpoort, zoo belasten wij U Eerwaarde bij dezen met het nemen der noodige maatregelen, om tot de oprichting dier nieuwe Parochie te geraken.

In verband met deze opdracht benoemen wij U Eerwaarde tevens tot kapelaan te Delft, in de H.Hippolytusparochie, alwaar U vrijdag 10 dezer gelieve aanwezig te zijn.

Met alle hoogachting en de beste wenschen, Uw dienaar in Onze Heer.

+ Augustinus Josephus Callier, bisschop van Haarlem"

In de vitrinekast achterin onze kerk ligt bij de foto van kapelaan Van der Salm de originele brief, dus honderd jaar oud! Handgeschreven!

Met deze brief werd kapelaan Van der Salm naar Delft overgeplaatst en hij kreeg - zoals toen de gewoonte was - maar enkele dagen om naar zijn nieuwe plaats te vertrekken: hij werd op 10 januari 1919 verwacht als kapelaan in de pastorie van de St. Hippolytusparochie aan de Voorstraat 26*. Zo ging dat toen: Vaak was er zelfs geen overleg geweest, maar kapelaan Van der Salm was op 27 december op audiëntie bij de bisschop geweest.

* Deze Hippolytuskerk is begin jaren '70 van de vorige eeuw gesloopt.

Verkenning en financiën

De nieuwe Delftse kapelaan ging snel aan het werk. Hij zocht een aantal mensen voor de commissie voor de oprichting van de nieuwe parochie en de bouw van een nieuwe parochiekerk. Op 7 maart 1919 werd deze commissie door de bisschop benoemd. Op 9 maart was de eerste vergadering van de bouwcommissie, die naast kapelaan Van der Salm, de voorzitter, bestond uit de heren A.J. v.d. Drift, Jac. de Haas, C. Lansbergen en H.C.M. Vorst. Zij zouden de medestichters van de parochie worden en moesten ijveren voor de zaak, vooral ook door in hun omgeving liefde en offervaardigheden op te wekken, door aan te sporen tot het geven van giften, in te tekenen op de aanstaande lening, het weiden van schapen, enzovoorts.

Een van de eerste activiteiten was overleg met het bestuur van de parochie H. Joseph te Delft, want op hun gebied zou de nieuwe parochie komen. Het R.-K. parochiebestuur van St. Hippolytus (van de dekenale Hippolytuskerk aan de Voorstraat) had aan de gemeente Delft de koopprijs gevraagd van een stuk grond in de Wippolder, zeer geschikt als bouwterrein, nabij Poortlandplein en Simonsstraat. Verder werd door de deken J.J. de Graaf gezorgd voor een bedrag van ƒ 1500 gedurende vijf jaren, via een aantal particulieren en de parochie van H. Hippolytus.



In die zelfde vergadering werden ook al "eenige teekeningen besproken geleverd als proeve door de heeren H. Thunnissen en J. v. Rossum". Ze konden zonder bezwaren als architecten gekozen worden, mits er slechts één architectensalaris zou gegeven worden...

Ja, een zuinige commissie!

Op 22 april is de tweede vergadering. Daarin wordt meegedeeld, dat er een voorstel ligt bij de gemeenteraad van Delft om de verkoopprijs van het bouwterrein te stellen op ƒ 6,25 per m2.

Verder werd besloten om de veehouders te bewerken om reeds in 1919 de schapen te weiden voor de nieuw op te richten parochie. Een van de leden zal gaan praten met de pastoor van de H. Jozefparochie met als voorstel de opbrengst van het weiden van de schapen te delen. Maar het bleek in dat gesprek, dat het voorstel door de toenmalige pastoor werd geweigerd.

Halve kerk?

In de notulen wordt gesproken over een halve kerk! Naar verwachting zou er niet genoeg geld zijn voor de bouw van een echte kerk. Daarom werd er op Simonsstraat 111 eerst een hulpkerk gebouwd (zie afbeelding) en pas later de huidige, grote kerk.

Het was oorspronkelijk de bedoeling een halve definitieve kerk te bouwen, die later op eenvoudige wijze vergroot zou kunnen worden. De sacristie zou dan later een zijkapel moeten worden. Maar dat liep heel anders.

Kapelaan Van der Salm (hij was nog niet benoemd als pastoor) ging op huisbezoek binnen de vermoedelijke grenzen van de nieuw te stichten parochie: Rotterdamseweg, Wippolder, Delfgauw, Oostblok en Hippolytusbouw. Naar zijn schatting mocht hij rekenen op 2.000 (katholieke!) zielen.

De bouwcommissie besloot om de bisschop te vragen een lening uit te mogen geven van ƒ 250.000 met een rente van 4,5%. De begroting voor de aankoop van de grond, de bouw van een halve kerk, pastorie, stalling voor paarden en rijwielen en honoraria was voorlopig gesteld op ƒ200.000,=


Naam van de kerk

Hoe zou de toekomstige parochie gaan heten? Verschillende namen worden genoemd, maar eind juni 1919 komt de brief van de bisschop: wij staan U Eerwaarde bij dezen toe tot titel Uwer nieuw op te richten parochie te nemen:
“Het Allerheiligst Sacrament”.

In juli komt het bericht, dat de grond van 7015 m2 - inclusief kosten - voor ƒ 45.772,08 is gekocht door de St. Hippolytusparochie voor de nieuwe parochie. De nieuwe parochie bestond nog niet als rechtspersoon, zodat een andere parochie de aankoop bij de notaris moest doen. In 1919 was het eerste stuk van de Nassaulaan aan beide zijden nog onbebouwd; het was dus een prachtig bouwterrein.

Dan doet zich een nieuw feit voor. Twee woonhuizen, Simonsstraat 60-58 zijn te koop. Die zouden worden ingericht als pastorie, hetgeen een enorme besparing zou geven in vergelijking met het bouwen ener definitieve pastorie. Met toestemming uit Haarlem werd de koop gesloten.

De architecten hadden inmiddels een plan en begroting voor de halve definitieve kerk. Deze kerk zou 600 plaatsen gaan bevatten. Dat was te weinig en de kosten waren te hoog. Een nieuw plan werd ontwikkeld: het bouwen van een hulpkerk zoo echter dat later de noodkerk gemakkelijk zou kunnen ingericht worden voor conciërge-wooning, patronaatsgebouw en vereeningsgebouw. Met het oog op de schrikbarend dure tijden komt de toestemming om dit te realiseren erg snel.

Op 30 april 1920 is er een begroting voor het patronaatsgebouw/hulpkerk en de paardenstal met twee bovenwoningen. In mei is er toestemming van het bisdom en van de gemeente Delft om te gaan bouwen aan de Simonsstraat! Op 28 mei wordt in de R.-K. Leesvereniging de publieke aanbesteding gehouden voor R.-K. georganiseerde(!) aannemers. De firma Schulten uit Delft is de goedkoopste en krijgt de opdracht.

En hoe gaat het financieel? Er komen giften binnen van allerlei weldoeners. Een mevrouw van 86 brengt haar juwelen voor een monstrans. Op verzoek van de deken gaat zij bij vrienden en kennissen langs en brengt binnen een week ƒ1.000 (is nu €7.000).

En in de krant van 2 juni 1920 lezen we een oproep:

"Kom Delft, altijd zoo mild en weldadig, denk in deze dagen van bijzondere sacramentsvereering eens aan het in zulke moeilijke omstandigheden te stichten nederige kerkje van het Allerheiligst Sacrament en help door uwe gaven het tot stand te brengen. Uw dw.dnr. C.P. van der Salm".

De eerwaarde voorzitter van de bouwcommissie gaat naar andere kerken voor predikatiën en collecten. Zoals hij zelf zegt, is hij door zijn benoeming tot bouwpastoor tot de bedelstaf gebracht. Hij gaat naar de drie kerken van Delft en ook naar andere plaatsen zoals Schipluiden, Uitgeest, Kethel, Voorburg, Pijnacker, Zwaag, Castricum, Haarlem-Spaarne, Nootdorp, Lutjebroek, Weesp, enz. In de boeken staan keurig de opbrengsten vermeld na aftrek van de reiskosten. Verder komen vele giften binnen onder andere: Alben, kazuifels, misdienaarsuperplies, een gouden armband, etc. Daarnaast wordt er een loterij georganiseerd met prijzen ter beschikking gesteld door parochianen en de middenstand en ook de kerkschapen leveren elk jaar geld op.

Op 16 november 1920 gaat de vlag in top; het hoogste punt is bereikt: Pannenbier!

Oplevering en wijding van de hulpkerk

De architecten van de hulpkerk en de paardenstal met de bovenwoningen konden zich niet laten leiden door architectonische schoonheidsmotieven, maar hadden op de eerste plaats te maken met zakelijke motieven. Voor de kerk moest een zo groot mogelijke kerkruimte worden gecreëerd, zodat bijvoorbeeld pilarenrijen moesten worden vermeden. Met de oplevering moest ook de organisatie van de plechtige inwijding worden geregeld. De vicaris werd uitgenodigd om dat te komen doen, want hij zou toch naar Delft komen voor het 125-jarig bestaan van de St. Hippolytusparochie op 1 mei 1921. Maar dat bleek niet door te gaan. In plaats daarvan zou de hoogeerwaarde deken op maandag 2 mei het kerkgebouw inwijden en hij zou op donderdag 5 mei de eerste pastoor installeren.

In de notulen van 13 mei lezen we:

"De plechtigheid werd verricht door Deken De Graaf met assistentie van Dr. Vlaming en Rector Dankelman, terwijl aanwezig was de geestelijkheid van het Dekenaat. Speciaal uitgenodigd tot bijwoning der plechtigheden waren: Kerkbestuur, Vincentianen, Collectanten, een groote menigte weldoeners en de parochianen. Als vertegenwoordiger van burgerlijk gezag was de heer Van Langen, wethouder der openbare werken.

Wegens schorheid der Deken hield Dr. Vlaming de predicatie, heerlijk schoon naar aanleiding van het Epistel van Kerkwijding.

Donderdag 5 mei, Hemelvaartsdag, had de installatie plaats van den eersten Pastoor tijdens een H. Mis, waarin de Grensregeling werd voorgelezen".

Met de installatie van de pastoor C.P. van der Salm, de benoeming van het parochiebestuur (C. Besteben, A.J. van der Drift, Jac. de Haas en C. Lansbergen werden de eerste kerkmeesters) en het vastleggen van de grensregeling (de grenzen van de nieuwe parochie) was de parochie van het Allerheiligst Sacrament opgericht.

Teksten: Kees Ruigrok en Kees Lansbergen